Bij de eerste zonnige voorjaarsdagen bruist de stinzenflora de grond uit en hetgeen doet wat met ons wandelende mensen. Ze houden een belofte in, het begin van iets nieuws. Velden vol witte wiegende sneeuwklokjes gemengd met het mysterieuze paarsblauw van boerenkrookjes. Ruik de zoete geur van holwortel en mijmer bij het vroege botergeel van winterakonieten. Het laat niemand onberoerd. Stenen of stinzen waren te verdedigen huizen door hoofdelingen bewoond.
Zij hebben op hun reizen in het buitenland deze ‘plantjes’ meegenomen om hun geneeskrachtige werking en symbolische waarde. Naargelang de tijd functieloos werden de stinzen (vaak) afgebroken en kwamen er adellijke staten voor in de plaats met formele tuinen. Zij pasten deze specifieke groep bollen en knollen toe als sierplant. Stinzenflora doen het hier zo best in de vruchtbare terpenklei dat ze verwilderen gemakkelijk. Zo kunnen wij nu genieten van velden met een schoonheid aan kleuren, levende relicten uit een ver verleden. Neem eens een wandeling oer Jongama state in Reard, Dekema state te Jelsum of Martena state te Kornjum. Aanschouw eens dit eigenzinnig gebloemte.